The Hoose-Gow

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
The Hoose-Gow
Regie James Parrott
Producent Hal Roach
Scenario Leo McCarey
H.M. Walker
Nat Hoffberg
Hoofdrollen Stan Laurel
Oliver Hardy
Tiny Sandford
James Finlayson
Muziek Leroy Shield
Montage Richard C. Currier
William H. Ziegler
Cinematografie Paul Kerschner
Len Powers
George Stevens
Distributie Metro-Goldwyn-Mayer
Première 16 november 1929
Genre Komedie
Speelduur 20 minuten
Taal Engels
Land Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
(en) IMDb-profiel
(mul) TMDb-profiel
(en) AllMovie-profiel
Portaal  Portaalicoon   Film

The Hoose-Gow is een korte film uit 1929 met Laurel en Hardy in de hoofdrol, geregisseerd door James Parrott en geproduceerd door Hal Roach .

Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]

Stan en Ollie zijn getuigen van een bankoverval. Ze worden echter gearresteerd op verdenking van betrokkenheid (ze zouden op de uitkijk hebben gestaan) en veroordeeld. De film begint met hun aankomst in de gevangenis met andere gevangen. Dit begint al slecht doordat ze vast komen te zitten in de politiebus.

Tijdens hun eerste ontmoeting met de gevangenisbewaker, die ze proberen te overtuigen van hun onschuld, probeert het duo te ontsnappen met een gekregen appel die over de gevangenismuur moet worden gegooid. Vrienden aan de andere kant van de muur gooien op dat teken een ladder over de muur die het duo kan gebruiken om eroverheen te klimmen. Echter de gevangenisbewaker pakt de appel af en gooit deze zelf over de muur. Wanneer de ladder wordt gegooid neemt hij polshoogte buiten de muren. De vrienden rennen weg en de bewaker sluit per ongeluk Stan en Ollie aan de andere kant op. Stan klopt vervolgens op de deur van de gevangenispoort om weer binnen gelaten te worden. Ollie pakt hem beet en samen vluchten ze. De bewaker komt echter weer naar buiten en schiet op de twee. Hun daaropvolgende terugkeer wordt gekenmerkt door de vernedering en hun broeken die aan flarden liggen.

Stan en Ollie moeten daarna buiten de gevangenis onder strenge bewaking met andere gevangen een taakstraf uitvoeren; het graven van een meterslange kuil voor een onbekend doel. Ze komen terecht in de eigenaardige dynamiek van het gevangenisleven die ze niet snappen. De medegevangenen nemen het duo op de hak met als hoogtepunt dat hen wordt verteld dat ze een eigen eettafel hebben. Dit is echter de tafel van de gevangenisbewaker. Als straf krijgen ze de opdracht een boom om te zagen voor brandhout voor de keuken. Ze hakken echter per ongeluk een wachttoren om die valt op alle eettafels en de tent van de kok. Voordat de troep kan worden opgeruimd wordt aangekondigd dat de gouverneur een onverwachts werkbezoek komt afleggen.

De gevangen worden snel weer aan het werk gezet. En terwijl de directeur door de bewaker wordt rondgeleid over het terrein komt Stans pikhouweel per ongeluk terecht in de radiator van de auto van de gouverneur lek prikt. In een misplaatste poging om de situatie recht te zetten, proberen ze de schade te herstellen door de radiator te vullen met droge rijst, op advies van een medegevangene. Hun geïmproviseerde reparatie levert echter onverwachte gevolgen op als de rijst verandert in een chaotische uitbarsting die lijkt op rijstpudding, wat leidt tot een grillig rijstgooi-gevecht waarbij de bezoekende gouverneur en zijn gevolg betrokken zijn.

Rollen[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]